e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geysteren

Overzicht

Gevonden: 1782
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leverworst leverworst: lééverwòòrst (Geysteren) leverworst [N 06 (1960)] III-2-3
libel en waterjuffer papegaai: papagaai (Geysteren) libel, glazenmaker III-4-2
lichtboom licht: lex (Geysteren) De hefboom waaraan aan één uiteinde het lichttouw is bevestigd; met het andere uiteinde is de lichtboom aan het lichtijzer vastgemaakt. Zie ook afb. 85. [N O, 23e; A 42 A , 27; Vds 111; Jan 145; N D, 22] II-3
lichtgeraakt, kregel knibbig: knebbig (Geysteren), knibbig (Geysteren) kribbig III-1-4
lied, liedje liedje: litsjə (Geysteren) liedje [RND] III-3-2
liefkozen fommelen: foemele (Geysteren), knoefelen: knōēvele (Geysteren) knuffelen || liefkozend knuffelen, tasten, bevoelen III-1-4
lieveheersbeestje lieveheersbeestje: lievenhieërsbieësje (Geysteren) lieveheersbeestje III-4-2
ligger ligger: ligger (Geysteren) De onderste, stilliggende molensteen. [N O, 17d; A 42A, 32; N D, 6; Sche 48; Vds 86; Jan 120; Coe 97; Grof 118; monogr.] II-3
lijkbidder noder: naaste buren; naoberen  nui-jers (Geysteren) lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2
lijkstro dodenbosje: strobosje, dat gebruikt werd om op de kar onder de doodskist te leggen als het lijk begraven werd. Het doel was schokken te voorkomen. Deze bosjes stro werden na de begrafenis op een bepaalde plaats, meestal een kruispunt, neergelegd, waar ze vergingen  doeëjebüske (Geysteren), lijkstrooi: hij kan zijn liekstroi wel halen; hij komt van het bed op het strooi  liekstroi (Geysteren), stro waarop het lijk gelegd werd  liekströj (Geysteren), reeuwstrooi: cf. "strobosje onder de doodskist op de kar  reeuwströj (Geysteren) doodstro; reeuwstro || lijkstro || lijkstroo; Hoe noemt men dit lijkstroo (schoofstroo, reeuwstroo, enz.). Zij er bepaalde uitdrukkingen die hiermee verband houden (bv. hij komt van het bed op het stroo) [VC 03 (1937)] || strobosje onder de doodskist op de kar III-2-2