17694 |
speeksel uitspuwen |
speekselen:
speksələ (P175p Gingelom),
spi̯ksələ (P175p Gingelom),
spuwen:
spāə (P175p Gingelom),
spo:ə (P175p Gingelom)
|
(speeksel uit)spuwen [RND] || spuwen: speeksel uitspuwen [spiertse, spaowe, tuffe, spuige, speken] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21480 |
speelplaats |
koer (<fr.):
kur (P175p Gingelom)
|
Cour: Binnenplaats, speelplaats.
III-3-1
|
34114 |
speen van de koe |
tet:
tęt (P175p Gingelom)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
20630 |
spek |
spek:
spɛk (P175p Gingelom, ...
P175p Gingelom)
|
spek [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
28884 |
speldenkussen |
speldenkussen:
spɛlǝkøsǝ (P175p Gingelom)
|
Kussentje waarop men de spelden en naalden steekt. De informant van Q 198 merkt op dat hij de naalden op zijn vest (kamizool) of op een stukje stof aan de muur speldde. Zie afb. 11. [N 59, 13a; N 62 68; L 45, 19; Gi 1.IV, 64; MW; monogr]
II-7
|
20165 |
spenen |
spenen:
spēnǝ (P175p Gingelom)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59]
I-9
|
33133 |
spikken |
spikken:
spekǝ(n) (P175p Gingelom)
|
Onder spikken (of het enkelvoud: spik) verstaat men doorgaans een verbijzondering van het begrip "graanafval", namelijk het (onvolgroeide) graan met het kaf er nog omheen, dat dus niet heeft losgelaten bij het dorsen. Deze spikken worden dan als varkensvoer gekookt. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graanafval'' (6.1.30). [N 14, 35d; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
24379 |
spin |
spin:
spen (P175p Gingelom)
|
spin [RND]
III-4-2
|
20121 |
spinnen |
ronken:
roŋkə (P175p Gingelom)
|
spinnen [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
24381 |
spinnenweb |
net:
nɛt (P175p Gingelom)
|
spinnenweb [RND]
III-4-2
|