e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gingelom

Overzicht

Gevonden: 1973
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zingen zingen: zinge (Gingelom) III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)] III-3-2
zitbank bank: baŋk (Gingelom) op het eind van de bank [ZND 34 (1940)] III-2-1
zitten zitten: zitte (Gingelom) zitten [ZND 46 (1946)] III-1-2
zo arm als ... zo arm als job: hei is zoe erm as djop (Gingelom) Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)] III-3-1
zoden afsteken afsteken: afstēkǝ (Gingelom), afstē̜ǝkǝ (Gingelom) Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b] I-8
zolder boven de dorsvloer bolder: bø̜ldǝr (Gingelom) De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32] I-6
zomerkleren bain de soleil (fr.): bɛ͂tsolɛ.ij (Gingelom) bain-de-soleil: laag uitgesneden zomerjurk III-1-3
zool zool: zǭu̯l (Gingelom) Het gedeelte van de onderkant van de hoef rondom de straal (3.6.3). [N 8, 33] I-9
zuchten zuchten: zøxtə (Gingelom), zəxtə (Gingelom) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zult, preskop geperste kop: geperste hoofdkaas  gəpázdəkoͅp (Gingelom) hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] III-2-3