34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛrǝx (P175p Gingelom)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
33761 |
gespeend veulen |
veulen:
vø̜i̯.lǝ (P175p Gingelom)
|
Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b]
I-9
|
20315 |
getrouwde vrouw |
getrouwde vrouw:
gətraadə vraow (P175p Gingelom)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
21321 |
getuigen |
tribunaal (<fr./lat.):
noo⁄t trubenaol goon (P175p Gingelom),
tuigen:
tuige (P175p Gingelom),
voorkomen:
veurkaume (P175p Gingelom)
|
getuigen [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
30181 |
gevak |
paneel:
panil (P175p Gingelom)
|
Het open vak dat ontstaat wanneer de horizontale en verticale balken aan elkaar bevestigd worden. In het gevak wordt het vlechtwerk of het metselwerk aangebracht. [N 4A, 52e; monogr.]
II-9
|
21322 |
gevangenis |
kot:
Van Dale: kot, 4. gevangenis.
kot (P175p Gingelom),
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
prĕzong (P175p Gingelom)
|
gevangenis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
week:
wiek (P175p Gingelom)
|
mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
17740 |
gevoelloos (zijn) |
dood:
doed (P175p Gingelom)
|
in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
33265 |
gewone spurrie |
spurrie:
spø̜rǝ (P175p Gingelom)
|
Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.]
I-5
|
17564 |
gewricht |
gewricht:
gəvrext (P175p Gingelom),
gəvrixt (P175p Gingelom),
knook:
knouk (P175p Gingelom)
|
gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] || hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|