32877 |
arend van de zeis |
ang:
%%de volgende twee vormen hebben een aangehecht lidwoord%%
dãŋ (P175p Gingelom)
|
Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.]
I-3
|
18239 |
armband |
bracelet (fr.):
bra͂šle (P175p Gingelom),
brochelet (P175p Gingelom)
|
armband (Fr> bracelet) [ZND 32 (1939)] || bracelet: armband
III-1-3
|
21295 |
arme mens |
arme mens:
in erme minsch (P175p Gingelom)
|
een arme mens [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21489 |
armoede |
miserie (<fr.):
Van Dale: miserie (<Fr.), (niet alg.) ellende, misère.
meserie (P175p Gingelom)
|
armoede [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
21570 |
arresteren |
aanhouden:
de polissie he’bem aangehaa (P175p Gingelom)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21034 |
as |
assen:
assche (P175p Gingelom)
|
as [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
32672 |
asblok |
as:
as (P175p Gingelom),
asblok:
as˱blǫk (P175p Gingelom, ...
P175p Gingelom),
lade:
lǭi̯ (P175p Gingelom
[(bij wagen)]
)
|
Het als ashouder of als as fungerende houten blok waaraan de wielen van de voorploeg bevestigd zijn. [N 11, 31.I.a; N 11A, 97a] || Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-1, I-13
|
22897 |
aswoensdag |
asgoensdag:
aschgoenstag (P175p Gingelom)
|
Aswoensdag. [ZND 19A (1936)]
III-3-3
|
22370 |
autoped |
trottinette (fr.):
/
trottinet (P175p Gingelom),
Gg. step, autopet.
trotinet (P175p Gingelom)
|
/ [SND (2006)] || Trottinette.
III-3-2
|
17584 |
baard |
baard:
bat (P175p Gingelom),
bāət (P175p Gingelom),
vlimmen:
vlø̜mǝ (P175p Gingelom)
|
baard [N 10b (1961)] || De scherpe uitsteeksels van de aar bij sommige graangewassen: kafnaalden. Het type baard is een verzamelnaam; het type vlimmen is het meervoud van vlim dat eigenlijk de afzonderlijke kafnaald aanduidt die aan het omhulsel van de korrel vastzit. Wanneer het type vlimmen als dubbelopgave naast baard voorkomt (dat is het geval in L 286, 312 en 313), dan is de betekenis van vlimmen: het omhulsel waarin de korrel zit. Vergelijk ook de lemma''s ''graanafval'' (6.1.30) en ''spikken'' (6.1.31). Zie afbeelding 2, f. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 25, 11; NE 2.I, 51; monogr.; add. uit N 14, 131]
I-4, III-1-1
|