23263 |
engel |
engel:
nen engel twie engelen (P116p Gorsem)
|
Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)]
III-3-3
|
33605 |
enten |
greffelen:
greffelen (P116p Gorsem)
|
[ZND 34 (1940)]
I-7
|
28827 |
entre-deux |
entre-deux:
entre-deux (P116p Gorsem)
|
Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5]
II-7
|
17985 |
epidemie |
ziekte die aanhalig is:
de ziekte is oanhoalig (P116p Gorsem)
|
die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ɛrt (P116p Gorsem)
|
Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5
|
20719 |
etensresten |
overschot:
overschot (P116p Gorsem)
|
hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)]
III-2-3
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
tweegespan:
tweegespan (P116p Gorsem)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
19142 |
fatsoenlijk |
fatsoenlijk:
Da⁄s ne fatsoenlijke minsch (P116p Gorsem)
|
Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
22431 |
feest |
feest:
fiəst (P116p Gorsem)
|
Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)]
III-3-2
|
21127 |
fiets |
velo:
de velo (P116p Gorsem)
|
Fiets. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|