e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L326p plaats=Grathem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taai-taai akener printen: akener printe: rechthoekig  akener printe (Grathem) Welke benamingen kent u voor koekjes (kaffekoekje, sterreke, waterpletske, peekverjenneke, knapkoek?) Wat zijn de verschillen tussen deze? [N 16 (1962)] III-2-3
taaie pannenkoek leren thijs: leare tis (Grathem) Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taart taart: taart (Grathem), toert (Grathem) Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
taats van de kleine spil pivot: pøvō (Grathem) Het onderste pinvormige gedeelte van de kleine spil dat bij vast werk in de taatspot draait. Zie ook afb. 62 en de toelichting bij het lemma ɛtaats van het staakijzerɛ.' [N O, 16d; A 42A, 24] II-3
taatspot van de kleine spil potje: potje (Grathem) De ijzeren pot op de pasbalk die in windmolens als lager van de kleine spil dient. [N O, 16g; A 42A, 25; N D, 21] II-3
tabaksnerven tabaksstengels: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  təbaks-stengələ (Grathem) tabaksnerven? [N 93 (1983)] III-3-2
tafel tafel: tōͅfəl (Grathem) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] III-2-1
tafelmes tafelmets: toafelmets (Grathem) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak (alg.) tak: tak (Grathem), WLD  tak (Grathem), takje: tekske (Grathem) Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak III-4-3
takken (coll.) kroon: WLD  krôen (Grathem), sop: sop (Grathem) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken, coll. [ZND 35 (1941)] III-4-3