e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L326p plaats=Grathem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterblaas waterblaas: wātǝrblǭs (Grathem) De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a] I-11
waterdichte laars waterstevel: waterstévele (Grathem) laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)] III-1-3
waterhoen waterhoentje: waaterheunke (Grathem) waterhoen III-4-1
waterketel, moor moor: moar (Grathem), watermoor: watermoor (Grathem) waterketel || waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)] III-2-1
waterloot waterscheut: WLD  wààtərsjeut (Grathem) Een tak die ontstaat op de stam (dief, waterlot). [N 82 (1981)] III-4-3
waterput put: pøt (Grathem, ... ), pøͅt (Grathem) [Roukens 03 (1937)] [Willems (1885)] I-7
waterring van de mijt afloop: āflø̄p (Grathem) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
waterspin watervlo: idiosyncr.  watervleu (Grathem) waterspin [N 26 (1964)] III-4-2
wbd: afzeggen ontdoen: de koop ontdoen (Grathem) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek prijshoudend: prijshoudend (Grathem) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1