e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opvliegen uitlaten: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  oe.tlao.tə (Grathem) Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: starten, wegvliegen, opvliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
ordenen, rangschikken rangschikken: rangsjikkə (Grathem) op een regelmatige of doelbewuste wijze plaatsen [schikken, rangschikken, schavelen] [N 91 (1982)] III-4-4
ortolaan korenschrijver: kòòresjriever (Grathem) ortolaan III-4-1
os os: ǫs (Grathem), ɛs (Grathem) Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11
otter otter: otter (Grathem) otter [DC 07 (1939)] III-4-2
ouddrinkzeef ouddingzeef: ouddinkzeef (Grathem) zeef in het algemeen [N 20 (zj)] III-2-1
oude duif oude duif: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  aoj doe.f (Grathem) een duif van 2 of 3 jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
oude grassoorten broodjes: brøtjǝs (Grathem), buntgras: bøntj˲[gras] (Grathem), les: lɛs (Grathem), rijergras: rii̯ǝrgrās (Grathem), watergras: wātǝr[gras] (Grathem), zuurgras: zōr[gras] (Grathem) De hieronder vermelde woorden werden opgegeven op de vraag naar verschillende oude grassoorten. Na de lexikale eenvoud van het vorige lemma ''gras'', leverde deze vraag een grote oogst aan plantennamen op. Het is echter lang niet altijd duidelijk welke botanische grassoort nu precies bedoeld wordt; eenzelfde plantenvolksnaam kan immers in de ene streek een andere botanische familie of afdeling aanduiden dan in de andere streek. Naast de oude grassoorten blijken óók en vooral wilde grassoorten te zijn opgegeven die juist niet voor de weidebouw van belang zijn, maar waarmee de landbouwer en veeteler te maken heeft om ze van zijn cultuurgrond weg te houden, onkruid derhalve. Zie ook de lemma''s ''zuring'' en ''distel'' en de benamingen voor het onkruid in de akker in de aflevering over de Akkerbouw (WLD.I.1.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. Het lemma bevat enkelvouden en meervouden.' [N 14, 82; monogr.] I-3
oude versleten hoed loesj: loesj (Grathem) hoed, oude versleten of ontredderde ~ [loesj, sjaphoed] [N 25 (1964)] III-1-3
oudejaarsavond oudjaarsavond: aodjaorsaoventj (Grathem), aotjaorsaoventj (Grathem) Oudejaarsavond [silvesteraovent]. [N 06 (1960)] III-3-2