e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paling, aal aal: aol (Grathem), geen verschil  aol (Grathem) aal, paling [DC 10 (1941)] III-4-2
pand van een weideperceel bed: będǝ (Grathem) Gedeelte van een perceel weiland, of van weiland in het algemeen, dat zich bevindt tussen afwateringssloten. Het betreft uiteraard slechts laaggelegen weidegronden. [N 14, 61] I-8
panlatten pannenlatten: panǝlatǝ (Grathem) De horizontale latten waarop de dakpannen worden gelegd. De panlatten worden met hun breedste zijde op het dakbeschot of op de kepers gespijkerd. De onderste panlat dient groter in doorsnede te zijn. Er wordt daar dan ook meestal een dubbele panlat aangebracht of een panlat op zijn kant. Dit laatste werd in Q 121c 'een daklat hoogkant' ('eŋ dāxlats hūxkaŋk'), in L 385 en Q 15 een 'panlat op zijn hoge kant' (L 385: 'panlat ǫp ˲zǝnǝ hōgǝ kanjt'; Q 15: 'panlat ǫp ˲zǝn huǝgǝ k'njt') en in K 353 'een panlat op zijn kant' ('ǝn pánlát up ˲zønǝ kãnt') genoemd. Zie ook afb. 49p en 83a. [N F, 32a; N 54, 179; N 54, 180a; N 54, 180b; N 4A, 14b; monogr.] II-9
pannenkoek koek: kook (Grathem, ... ) Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenkoekenbeslag koekendeeg: kookedeig (Grathem, ... ) Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenlap schotselsplak: schoetselsplak (Grathem) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1
pantoffel pantoffel: pentoffele (Grathem) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] III-1-3
pap pap: pap (Grathem, ... ) Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
pap (kropmelk) duivenpap: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  doe.vəpap (Grathem) Hoe heet verder: de pap of kropmelk waarmee de jongen eerst gevoed worden? [N 93 (1983)] III-3-2
paraplu paraplu: perrpluuj (Grathem) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3