34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus, kuus, kuus:
kyš, kyš, kyš (L326p Grathem)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
34442 |
roep- en lokwoorden voor het lam |
lem, lem, lem:
lɛm, lɛm, lɛm (L326p Grathem)
|
[N 19, 74b; VC 14, 2k (R]
I-12
|
34441 |
roep- en lokwoorden voor het schaap |
lem, lem, lem:
lɛm, lɛm, lɛm (L326p Grathem)
|
[N 19, 74a; VC 14, 2j (R]
I-12
|
21362 |
roepen |
roepen:
roo-pe (L326p Grathem)
|
roepen (geen context) [DC 38 (1964)]
III-3-1
|
21652 |
roeper |
afslager:
afslager (L326p Grathem)
|
afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34531 |
roepwoord om de klokhen te lokken |
kloek, kloek, kloek:
kluk, kluk, kluk (L326p Grathem)
|
[N 19, 44c; A 6, 2c]
I-12
|
34460 |
roepwoord voor de geit |
met, met:
mɛt, mɛt (L326p Grathem)
|
[N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.]
I-12
|
34461 |
roepwoord voor de jonge geit |
met, met:
mɛt, mɛt (L326p Grathem)
|
[N 19, 74f; VC 14, 2m -r-]
I-12
|
20610 |
roerom |
knoddelen:
stoet, stump; ook -; meel en water of meel en melk
knoddele (L326p Grathem),
stoeten:
-, stump; ook knoddele; meel en water of meel en melk
stoete (L326p Grathem),
stompen:
stoete, -; ook knoddele; meel en water of meel en melk
stump (L326p Grathem)
|
a. Kent men in Uw dialect een woord als troet, postrou, ruierom, potjebuul, potjemeel of iets dergelijks als naam voor een gerecht, bestande uit meel, gekookt in water of melk, gegeten met stroop, vet of boter. Zo ja, hoe luidt het precies?; b. Zo niet, h [DC 32 (1960)]
III-2-3
|
32976 |
rogge |
koren:
[koren] (L326p Grathem),
rog(ge):
rǫqǝ (L326p Grathem)
|
Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|