e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

Gevonden: 2847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dochter dochter: dochter (Grathem, ... ), dogter (Grathem), meidje: maidje (Grathem), maitje (Grathem) (dochter;) Hoe wordt de dochter door de ouders aangesproken, als zij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || dochter [DC 03 (1934)] || dochter; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
dof, gedempt van geluid hol: hoo.l (Grathem) niet helder, gedempt, gezegd van een geluid [grof, dof, hol, schor] [N 91 (1982)] III-4-4
doffer, mannelijke duif hoorn: hoe-ore (Grathem) duif, mannetje [ZND 18 (1935)] III-4-1
dompelen dompelen: dómpələ (Grathem) in een vloeistof dompelen [dopen, doppen, dompelen] [N 91 (1982)] III-4-4
donderen donderen: dondere (Grathem), hommelen: hommele(n) (Grathem) donderen || donderen [hommelen] [N 22 (1963)] III-4-4
donderwolk donderkop: donderkop (Grathem) zware wolken die onweer brengen [donderkoppen, -bloesem] [N 22 (1963)] III-4-4
donderx weerlicht: wearleeg (Grathem) donder [N 22 (1963)] III-4-4
donker worden, duisteren donker worden: dónkər wéérə (Grathem) donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
donker, duisterx donker: dònker (Grathem), dónkel (Grathem), dónkər (Grathem), duister: duuster (Grathem, ... ), groezelig: t is zo donker vanavond: t is zoo groezelig vanaovend  groezelig (Grathem) donker || donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] || niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
donkerbruine koe vaal (bijvgl. nmw.): vāl (Grathem) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11