e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsdrijver dwarsdrijver: dwarsdrèver (Griendtsveen) dwarsdrijver [SGV (1914)] III-1-4
echtgenoot man: man (Griendtsveen) [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] III-2-2
een bed turf bed: bęt (Griendtsveen) Leger met zes √† zeven storten ertegenaan. [II, 79e] II-4
een dubbele ring maken dobbelring zetten: dobǝlrēŋk zetǝ (Griendtsveen) Van twee ringen één ring maken van 16 turven dik hoog. [II, 83a] II-4
een dubbele waterman dobbele waterman: dobǝlǝ wātǝrman (Griendtsveen) Turfhoop met een basis van zes turven. Deze hoop wordt eens zo hoog als de enkele waterman. [II, add.] II-4
een dubbele waterman zetten dobbele waterman zetten: dobǝlǝ wātǝrman zętǝ (Griendtsveen) [II, add.] II-4
een enkele waterman enkele waterman: enkele waterman (Griendtsveen) Turfhoop met een basis van vier turven in het vierkant. [II, add.] II-4
een enkele waterman zetten enkele waterman zetten: enkele waterman zetten (Griendtsveen) [II, add.] II-4
een klink graven klink graven: kleŋk grāvǝ (Griendtsveen) Het graven van de klink, een aaneengesloten rij van turfputten. Een onderdeel van het hooggraven. [II, 58] II-4
een ziel hebben een ziel hebben: een ziel hebben (Griendtsveen) Gezegd van turf die van binnen nog nat is en van buiten droog. [II, add.] II-4