e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spaak spaak: spǭk (Griendtsveen) Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.] I-13
spatader spatader: spatoajer (Griendtsveen) spatader [SGV (1914)] III-1-2
speeksel uitspuwen spuwen: spouwe (Griendtsveen) spuwen [SGV (1914)] III-1-1
spek spek: spek (Griendtsveen) spek [garstig~] [SGV (1914)] III-2-3
spekkoek spekkoek: spɛkkūk (Griendtsveen) Spekkoek zit onder andere in de etenszak. [II, 2c] II-4
spel (alg.) spel: spul (Griendtsveen) spel [SGV (1914)] III-3-2
speld spelde: spɛl (Griendtsveen) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelden spelden: spɛlǝ (Griendtsveen) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
spelen (alg.) spelen: speule (Griendtsveen) spelen [SGV (1914)] III-3-2
spijlen aan de achterwand van de veenkruiwagen spillen: spelǝ (Griendtsveen) [II, 70e] II-4