e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stok stok: stok (Griendtsveen) Bepaalde maatstok in het veen en ook bepaalde hoeveelheid turf door die stok aangewezen. [l, 58a; I, 58b] II-4
stolp stolp: stölp (Griendtsveen) stolp [SGV (1914)] III-2-1
stoten stoten: stōōəte (Griendtsveen) stoten, stuiken [SGV (1914)] III-1-2
stouwen stouwen: stǭwǝ (Griendtsveen) Vol laden van het ruim van het schip. [II, 90c] II-4
stouwer stouwers: stǭwǝrs (Griendtsveen) Degene die het schip tussen de loegen volstouwt. [II, 90d] II-4
streng streen: strēn (Griendtsveen) Een streng garen, een gewonden en veelal ineengedraaide bundel waarin garen in de handel komt. De woordtypen lood, half lood, loodje en onsje duiden op een bepaalde hoeveelheid gewicht garen. [N 62, 56c; L 7, 58; L 28, 14; Gi 1.IV, 25; MW; S 36; monogr.] II-7
streng garen [cf. wld ii.7: 24-25] streen: streen gaare (Griendtsveen) streng (garen) [SGV (1914)] III-1-3
stro strooi: strōi̢ (Griendtsveen) Halmen van gedorst koren. De algemene benaming. Zie ook de toelichting bij paragraaf 6.4. [JG 1a, 1b, 2c; L 7, 60a; R [s], 6; S 36; Wi 4; monogr.; add. uit N 5, 83] I-4
stroef stuurs: stuurs (Griendtsveen) stroef (een ~ man) [SGV (1914)] III-3-1
strook turf ring: reŋ (Griendtsveen) Lange rij turf van tientallen meters lengte. [II, 86a] II-4