e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weggebonkt veen verbonkt veen: verbonkt veen (Griendtsveen), vergraven veen: vǝrgrāvǝ vēn (Griendtsveen) Veen dat eertijds is bewerkt en dat losse rommel is geworden. [I, 17] II-4
wei wei: wāi̯ (Griendtsveen) In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.] I-8
wesp wesp: meestal  weps (Griendtsveen) wesp [SGV (1914)] III-4-2
wieden, algemeen wieden: wii̯ǝ (Griendtsveen) Onkruid bestrijden in het algemeen, ongeacht de manier waarop of het gereedschap waarmee dat gebeurt. Vergelijk ook de meer specifieke handelingen in de andere lemmaɛs van deze paragraaf. De benamingen voor het object onkruid, dat in de woordtypen tussen haken is geplaatst, vindt men in het lemma Onkruid, Algemeen. [N 15, 2; N Q, 11b; JG 1a, 1b, 2c; A 47, 11b; L B2, 272; L 8, 92; S 43, Wi 39; monogr.; add. uit N 18, 8b; A 39, 1b] I-5
wiel rad: meervoud  rǭi̯ (Griendtsveen) Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.] I-13
wijden wijden: wijje (Griendtsveen) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijk wijk: wik (Griendtsveen) Turfkanaal met een breedte aan de waterspiegel van 9 m en een diepte van 1.5 tot 1.8 m. [II, 21a] II-4
witte kwikstaart kwikstaart: kwikstert (Griendtsveen) kwikstaart [SGV (1914)] III-4-1
wittebrood mik: mik (Griendtsveen), stoet: stoet (Griendtsveen) wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
wonen huizen: hø͂ͅze (Griendtsveen) huizen (ww.) [SGV (1914)] III-2-1