26718 |
weggebonkt veen |
verbonkt veen:
verbonkt veen (L244b Griendtsveen),
vergraven veen:
vǝrgrāvǝ vēn (L244b Griendtsveen)
|
Veen dat eertijds is bewerkt en dat losse rommel is geworden. [I, 17]
II-4
|
33663 |
wei |
wei:
wāi̯ (L244b Griendtsveen)
|
In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.]
I-8
|
24399 |
wesp |
wesp:
meestal
weps (L244b Griendtsveen)
|
wesp [SGV (1914)]
III-4-2
|
33300 |
wieden, algemeen |
wieden:
wii̯ǝ (L244b Griendtsveen)
|
Onkruid bestrijden in het algemeen, ongeacht de manier waarop of het gereedschap waarmee dat gebeurt. Vergelijk ook de meer specifieke handelingen in de andere lemmaɛs van deze paragraaf. De benamingen voor het object onkruid, dat in de woordtypen tussen haken is geplaatst, vindt men in het lemma Onkruid, Algemeen. [N 15, 2; N Q, 11b; JG 1a, 1b, 2c; A 47, 11b; L B2, 272; L 8, 92; S 43, Wi 39; monogr.; add. uit N 18, 8b; A 39, 1b]
I-5
|
34574 |
wiel |
rad:
meervoud
rǭi̯ (L244b Griendtsveen)
|
Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.]
I-13
|
23295 |
wijden |
wijden:
wijje (L244b Griendtsveen)
|
wijden [SGV (1914)]
III-3-3
|
26928 |
wijk |
wijk:
wik (L244b Griendtsveen)
|
Turfkanaal met een breedte aan de waterspiegel van 9 m en een diepte van 1.5 tot 1.8 m. [II, 21a]
II-4
|
24280 |
witte kwikstaart |
kwikstaart:
kwikstert (L244b Griendtsveen)
|
kwikstaart [SGV (1914)]
III-4-1
|
20620 |
wittebrood |
mik:
mik (L244b Griendtsveen),
stoet:
stoet (L244b Griendtsveen)
|
wittebrood [SGV (1914)]
III-2-3
|
19835 |
wonen |
huizen:
hø͂ͅze (L244b Griendtsveen)
|
huizen (ww.) [SGV (1914)]
III-2-1
|