e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
stoet brood:   styt (Gennep), broodje:   styt (Blitterswijck, ... ), aan mekaar gebakken broodjes, vierkant ongeveer acht cm hoog, die afgebroken worden dus geen gebakken zijkantjes hebben  stoete (Neeritter), Syst. WBD Dim.: sjtuu:tje  sjtoe:t (Baexem), Werden aan mekaar gebakken en los gebroken.  stoet (Neeritter), bruidsstoet:   de schtoet (Schimmert, ... ), stut (Meijel), carnavalsoptocht:   de stoet (Kanne), de stoêt (Bilzen), stoet (Bocholt, ... ), stouët (Hasselt), styt (Meeuwen), stóut (Gors-Opleeuw), De stoet komt hier voorbij.  stuət (Niel-bij-St.-Truiden), De stoet trok twee uur aan ee(n) stuk door de straten.  stut (Meeswijk), Het muziek gaat mee in de stoet.  stut (Zonhoven), In de stoet gaan.  stut (Hamont), In eine - mitloupe.  sjtoet (Swalmen), Syn. óptóch, kòrtêesj.  stoet (Tongeren), Wijnie trèkt (d)e stoet? Wanneer gaat de (carnaval)stoet uit?  stoet (Zonhoven), Wéi laot kump de stoe hijë door?  stoet (Kortessem), Zijt gijlie mee geweest in de stoet?  stut (Lommel), geknotte wilg: knotwilg  stu:tə (Maasbracht), wittebrood:   stoet (Castenray, ... ) III-2-2, III-2-3, III-3-2, III-4-3