e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boterhammen botterhammen: botǝrhamǝ (Griendtsveen) Boterhammen worden in de etenszak meegenomen. [II, 2c] II-4
bovenlast laden bovenlast laden: bōvǝlast lājǝ (Griendtsveen) De ruimte boven op het schip vol laden. [II, 90f] II-4
bovenlicht bovenlicht: bōvǝlext (Griendtsveen) Zie kaart. Met de term 'bovenlicht' kan zowel een vast raam boven een (voor)deur als het al dan niet naar binnen openklappend bovenste deel van een raam worden bedoeld. De woordtypen 'waaier', 'waai', 'spinnekop', 'deurlicht' en 'deurvenster' duiden specifiek een vast raam boven een deur aan. [S 4; L 1 a-m; L 22, 10; L B1, 170; N 55, 54a; A 46, 10a, add.; A 46, 10c; A 49, 10; monogr.] II-9
bovenmate, hevig, zeer falikant: foalikaant (Griendtsveen) faliekant [SGV (1914)] III-4-4
braaf braaf: braaf (Griendtsveen) braaf [SGV (1914)] III-1-4
braakland braakland: brǭklant (Griendtsveen) Stuk land of akker dat men √©√©n of meer jaren onbewerkt laat liggen alvorens het opnieuw te beploegen. [N 11, 6; N 27, 4b; N 27, 31; N 11A, 135; A 10, 4; A 33, 12; A 33, 14a; JG 1a, 1b, 2a, 2b, 2c; L 22, 13; L 1a-m; L 1u, 22; L 19b, 1a; S 4; Ale 253; monogr.] I-8
braakliggen braakliggen: brǭklegǝn (Griendtsveen) Land of een akker voor een tijd, soms voor meerdere jaren, onbebouwd laten liggen. Naast de werkwoordelijke woordtypen als braken en braakliggen komen er in dit lemma ook woordtypen voor die bijvoeglijk van aard zijn. Deze hebben grammaticaal de functie van een bepaling van gesteldheid bij de werkwoorden (laten) liggen en zijn, b.v. het land ligt braak, is hard, woest en b.v. het land (voor) vogelwei laten liggen, (in de) dries laten liggen enz. [N 11, 5; N 11, 6; N 11A, 134a; N 11A, 135; N 27, 4b; L 1a-m; L 22, 13; JG 1a, 1b, 1d; S 4; Wi 43; Ale 253; monogr.] I-8
braamstruik braamstruik: bremstruik (Griendtsveen, ... ) braambes [SGV (1914)] || braamstruik [SGV (1914)] III-4-3
braden braden: broaje (Griendtsveen) braden [SGV (1914)] III-2-3
branden branden: de kachel braant (Griendtsveen) brandt [de kachel ~ ] [SGV (1914)] III-2-1