e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fret fret: frêt (Gronsveld) fret, albino vd bunzing III-4-2
fris weer killig: kellig (Gronsveld) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronsen: froonse (Gronsveld) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit, ooft fruit: fruet (Gronsveld) fruit I-7
fruit, slechte kwaliteit rebut (fr.): < fr. rebut  re’buu (Gronsveld) fruit, slecht van kwaliteit I-7
fruiten braden: braoje (Gronsveld), fruiten: fruete (Gronsveld) fruiten || fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitworm worm: wörrem (Gronsveld), WLD  wörrem (Gronsveld) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
fuchsia belletjesboompje: belkesbûimke (Gronsveld, ... ) fuchsia III-2-1
fuik fuik: [Met afbeelding].  foék (Gronsveld) Fuik, korfvormig visnet. III-3-2
fundament fundament: føndamē.nt (Gronsveld), fundering: føndēreŋ (Gronsveld) De grondvesten van een gebouw. Het fundament kan al dan niet onderheid zijn, wordt in metselsteen, stampbeton of gewapend beton uitgevoerd en reikt tot aan het maaiveld of de begane grond. [N 31, 1a; N 31, 1b; N 31, 1c; monogr.] II-9