e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hielstuk van een schoen contrefort (fr.): <Fr. contrefort.  koontervoor (Gronsveld) hielstuk van schoen III-1-3
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn baaier: cf. Schuermans s.v. "ba of baa"(ba = van abba = vader)  er aort nao ze bajjer (Gronsveld) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [DC 02 (1932)] III-2-2
hijgen gijchten: géchte (Gronsveld) Hijgen: zwaar, hoorbaar ademen (hijgen, snakken). [N 84 (1981)] III-1-2
hijgen naar adem, reutelen ratelen: roëtele (Gronsveld), reutelen: ruütele (Gronsveld) hijgen naar adem, gezegd van een stervende [reutelen] [N 86 (1981)] III-2-2
hik hikkik: hikkik (Gronsveld) hik [hibbik, hikkepik, hippik] [N 10 (1961)] III-1-2
hinkelen hinken: heenke (Gronsveld) 2. Hinkelen, bep. kinderspel. III-3-2
hinken hinken: heenke (Gronsveld) Hinken: op één been voortspringen (hinken, hinkelen, hompen). [N 84 (1981)] III-1-2
hobbelpaard schokkelbaaitje: sjokkelbajke (Gronsveld) Hobbelpaard. III-3-2
hoed (alg.) hoed: ho.t (Gronsveld), hood (Gronsveld) hoed [RND] III-1-3
hoed: spotnamen hondskooi: Vero.  honskoûw (Gronsveld) hoge hoed III-1-3