e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
ratelen afraffelen:   ratele (Sittard), druk praten:   raatele (Geulle, ... ), raatelə (Oirsbeek), raatələ (Maastricht), ratele (Echt/Gebroek, ... ), eieren ophalen:   ratele (Sevenum), geluid van naderend onweer:   ratele (Maastricht), hijgen naar adem, reutelen:   ai raotəlt (Eisden), er rotelt (Mechelen-aan-de-Maas), he retelt (Reppel), hij ratelt (Helchteren), hè ratelt (Neeroeteren), hè rateltsch (Bree), rāotəl (Maaseik), rootele (Itteren, ... ), rootələ (Maastricht, ... ), rotele (Maastricht, ... ), rotelt (Koninksem), rottelt (Sint-Truiden), rotələ (Maastricht), rouwtelen (Kerniel), roëtele (Gronsveld), ròtele (Geleen), rôtele (Schimmert), cf. CV s.v. "ratelen"= reutelen  raotələ (Kapel-in-t-Zand), kletsen: Van Dale: ratelen, 7. snel en druk praten, druk babbelen, snateren.  raotelen (Landen, ... ), lasteren:   rawtelen (Jeuk), met kleppers rondlopen:   raatele (Herten (bij Roermond), ... ), ratele (Blerick, ... ), ratelen (Meeuwen), rātələ (Nieuwenhagen), roatelen (Stal), rammelen:   raatele (Herten (bij Roermond)), ratele (Amby, ... ), rātele (As), schokken:   rātǝlǝ (Neerbeek) I-13, III-1-4, III-2-2, III-3-1, III-3-2, III-3-3, III-4-4