e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knie knie: kne.j (Gronsveld), kneej (Gronsveld) knie [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
knieband voor een stier of kalf knieband: knēbant (Gronsveld) IJzeren, soms houten beugel of ring aangebracht ter hoogte van de knie, meestal met een touw om de horens. Deze knieband wordt bevestigd om de koeien los te kunnen laten lopen en tevens ze in bedwang te kunnen houden. [N 3A, 14c; monogr.] I-11
kniezen zich beklagen: zich beklaoge (Gronsveld) een knagend verdriet hebben en zichzelf daarvoor als ongelukkig beklagen [treuren, kniezen] [N 85 (1981)] III-1-4
knijpen knijpen: kniépe (Gronsveld) Knijpen: vel of vlees met de vingers samenknijpen; drukken (nijpen, knijpen, pitsen). [N 84 (1981)] III-1-2
knikker huif: huif (Gronsveld), huive (Gronsveld), hûif (Gronsveld) 1. Knikker. || Balletjes van gebakken aarde, steen, marmer of glas [bolbaai, kets, kaaischeut, jibber, klits, ket, til, knipper, knot, marbol, marbel, mölmer, kaster, kasser, huuf, köls, kölster, vrenkel]. [N 88 (1982)] || Kleine stenen of glazen knikker [mullemer, aardezoekertje, artzeiker]. [N 88 (1982)] III-3-2
knikkeren huiven: huive (Gronsveld, ... ), hûive (Gronsveld) 1. Knikkeren. || Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)] || Over het knikkerspel: het knikkeren. [N R (1968)] III-3-2
knikkerkuiltje kotje: kötske (Gronsveld, ... ), køͅtske (Gronsveld) Een holletje in de grond, door de kinderen gebruikt bij het knikkeren? [DC 21 (1952)] || Het holletje in de grond bij t knikkeren [kuil, kuiltje, putje, O, demke]. [N 88 (1982)] || Uitholling in de grond waarin men bij het knikkerspel de knikkers moet zien te deponeren. III-3-2
knikkers laten stuiteren ketsen: kitsje (Gronsveld, ... ), 3. (Gezegd van knikker) Ketsen.  kitsje (Gronsveld) 2. Glazen knikker met de duim met kracht wegschieten (om andere knikker te raken). || 3. (Gezegd van knikker) ketsen. III-3-2
knikkertermen heischen (du.): Vero.  gèis-aal (Gronsveld), gèis-oét (Gronsveld), liemelen: lémele (Gronsveld), touche (<fr.): Van het fr. toucher.  tôsj (Gronsveld), touche (fr.): Van het fr. toucher.  tôsj (Gronsveld) 2. Term bij het knikkerspel. || Term bij bep. kinderspelen. || Uitdrukking bij het knikkerspel als twee knikkers elkaar raken. III-3-2
knikkerzakje huivenbuidel: hûivebugel (Gronsveld) Knikkerzak. III-3-2