e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraag van een kraagmantel pelerine (<fr.): pellerien (Gronsveld), pillerien (Gronsveld) 2. grote loshangende kraag die bij dameskleding over de schouder hangt || kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
kraaien, gezegd van de haan kraaien: kriǝ (Gronsveld) [N 19, 49; Vld.; monogr.] I-12
kraakbeen knoers/knors: knoersj (Gronsveld, ... ) kraakbeen [noerz, knorzel, knoezelbeen] [N 10a (1961)] III-1-1
kraaltjes parels: pi:rələ (Gronsveld) kraaltjes [RND] III-3-2
kraambed kinderbed: keenderbed (Gronsveld) kraambed III-2-2
kraanvogel koenekraai: koenekraoj (Gronsveld), koenekroaj (Gronsveld), kroelekraai: kroélekraoj (Gronsveld) kraanvogel || kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)] III-4-1
krabben krabben: krabbe (Gronsveld), kretsen: kretse (Gronsveld), krétse (Gronsveld), schuren: sjoore (Gronsveld) krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
krakeling koekje: keukske (Gronsveld) Krakeling (britsel, ring?) [N 16 (1962)] III-2-3
krampig (het heeft de) kramp: krāmp (Gronsveld) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
kramsvogel krammes: krammes (Gronsveld, ... ) kramsvogel || kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)] III-4-1