e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omheining van ijzeren spijlen ijzeren hek: īzǝrǝ hɛk (Gronsveld) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omheining van opstaande latjes lattenhek: lattenhek (Gronsveld) Omheining getimmerd van opstaande latjes, meestal rond een tuin of hof. [A 25, 4d; monogr.] I-8
omheining van palen lattenhek: lattenhek (Gronsveld) Omheining van palen, verbonden door enkele latten of ruwe planken. [A 25, 4c; monogr.] I-8
omheining van takken gevitste heg: gǝfetsdǝ hęk (Gronsveld) Omheining van een erf of een stuk land, gevlochten van takken. [A 25, 4b; monogr.] I-8
omhooggaan opgaan: B.v. van melk.  opgoën (Gronsveld) rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2
omhulsel van het teellid koker: kūǝkǝr (Gronsveld) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omkeren omdraaien: ømdriǝjǝ (Gronsveld) Kadetjes of andere broodjes omdraaien tijdens de rijsperiode. De informant van L 312 merkt op dat "kappen" is een gleuf maken in de kadetjes. [N 29, 96a; monogr.] II-1
omslagdoek (alg.) plag: plak (Gronsveld), Vero.  plak (Gronsveld) 1. (meestal zwarte) schuin gevouwen vierkante doek door vrouwen om de schouders geslagen en gedragen || schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak plag: plak (Gronsveld) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek over mantel of jak plag: plak (Gronsveld) omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3