e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
redeneren klazineren: cf. WBD III, 1.4 s.v. "klazineren"in het lemma "redeneren"op p. 3. Maar wat is de etymologische achtergrond?  klasenere (Gronsveld), redeneren: riddeneren (Gronsveld) redeneren || redeneren (druk -) III-1-4
redingote? redingote (fr.): geklede jas  redingot (Gronsveld) riddingot, in de betekenis van kostuum(onderdeel); betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] III-1-3
reep tablet: teblêt (Gronsveld) plak (chocolade) III-2-3
reepje overschietend gras baard: bǭrt (Gronsveld) Soms blijft er bij het maaien een reepje gras staan omdat men de slag met de zeis iets te ver neemt. De zegslieden hebben dit verschijnsel zowel door een zelfstandig naamwoord (zoals zwaaibalk of baard) benoemd, als ook door een werkwoordelijke uitdrukking, waarin een dergelijk zelfstandig naamwoord voorkomt (zoals een baard maaien of een baard laten staan), en tenslotte ook door een op zichzelf staand werkwoord of werkwoordelijke uitdrukking (zoals te breed pakken of te wijd grijpen). Al deze opgaven zijn in dit lemma ondergebracht. [N 14, 96] I-3
regen (alg.) regen: reènge (Gronsveld), rèegne (Gronsveld), saus: saws (Gronsveld) regen || regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: reèngeboog (Gronsveld), rèegnebaog (Gronsveld) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje buitje: buike (Gronsveld), e buijke (Gronsveld) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: reèngele (Gronsveld), rèegele (Gronsveld) regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4
regenjas gabardine (fr.): gabberdien (Gronsveld), regenjas: rèëgnejas (Gronsveld), regenmantel: rèëgnemantel (Gronsveld) damesregenmantel [N 23 (1964)] || gabardine, bep. soort regenjas || regenjas [rusjer, ploensent] [N 23 (1964)] III-1-3
regenwater hemelwater: hiémelwäoter (Gronsveld) regenwater III-4-4