e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wiel rad: rǭt (Gronsveld), meervoud  rǭi̯ǝr (Gronsveld) Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.] I-13
wielband karband: kārbānt (Gronsveld), reep: re̜jp (Gronsveld) De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.] II-11
wielen van de cultivator achterrader: ātǝr[rader] (Gronsveld), rader: rǫǝi̯ǝr (Gronsveld), rol: rǫl (Gronsveld), rolletje: rø̜lkǝ (Gronsveld), voorrad: vø̜̄rrǫǝt (Gronsveld), voorrader: vø̜̄r[rader] (Gronsveld) De wielcultivator, die van achteren steeds twee wielen heeft, wordt van voren ondersteund door een klein zwenkwiel ofwel - en dan betreft het meestal een zwaarder model - door een tweewielig voorstel. [N 11, 78a add.; N 11IA, 151; monogr.] I-2
wielen van de voorploeg rader: rǫǝi̯ǝr (Gronsveld) [N 11, 31.II.b add.; monogr.] I-1
wielerwedstrijd koers: koers (Gronsveld) Snelheidswedstrijd voor wielrenners op de weg [koers, klassieker]. [N 88 (1982)] III-3-2
wielewaal goudmerel: goudmaelie (Gronsveld), goudmèlie (Gronsveld), goüdmëlie (Gronsveld) Hoe heet de wielewaal? [DC 06 (1938)] || wielewaal || wielewaal (24 schuwe zomervogel in boomkruinen; man prachtig geelzwart, prachtig gevlochten nest; opvallende roep [duu-de-luo] [N 09 (1961)] III-4-1
wijdbeens lopen schravelen: sjroavele (Gronsveld) lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)] III-1-2
wijde regenmantel zonder mouwen caban (fr.): kebao (Gronsveld), cape (eng.): keep (Gronsveld) regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] || wijde regenmantel zonder mouwen III-1-3
wijn wijn: wién (Gronsveld), wīēn (Gronsveld) wijn [RND] III-2-3
wijnstok, wingerd druif: droûf (Gronsveld), wijndruif: wiéndroof (Gronsveld), wijndruivenstruik: ideosyncr.  wiéndrovesjtroék (Gronsveld) De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] || druif I-7