e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

Gevonden: 4947
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dij bats: bats (Gronsveld) dij - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
dik sap van steenvruchten koekoeksstront: ideosyncr.  koekoekesjtroont (Gronsveld) stijf geworden sap uit steenvruchte (kriekskesspouw, vogelesnot, most, gom, snot, spek, vogelhum, koekoeksbrood, vogelteer). [N 82 (1981)] I-7
dik worden stijven: sjtijfe (Gronsveld) dik worden; Hoe noemt U: Dik worden, gezegd van b.v. pap (dijen) [N 80 (1980)] III-2-3
dikke boterham knaai: knaoj (Gronsveld) Een dikke boterham (sjmouer, sjmouel?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke hakken krephakken: krephakǝ (Gronsveld) Verdikking aan de achterkant van het spronggewricht tengevolge van vochtophoping, die kan ontstaan door trappen, stoten of slaan tegen harde voorwerpen. Het is duidelijk merkbaar als men het achterbeen van opzij bekijkt. Zie afbeelding 17 en 18. [N 8, 90d, 90e, 90f, 90h en 90j; monogr.] I-9
dikke neus kokkel: kôkkel (Gronsveld) neus, Een dikke ~ (domper, kolf, tromp, domphoren). [N 84 (1981)] III-1-1
dikke snee brood paardssnede: pêrdssjnèj (Gronsveld, ... ), pil: pèl (Gronsveld) Een dikke snee (haacht, hawiejk, wiejk, pil, stuut, hiejs?) [N 16 (1962)] || homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)] || snee (dikke snee brood) III-2-3
dikke want wollen haas: wolle haase (Gronsveld) wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)] III-1-3
dikke wollen sjaal sjerp: sjérp (Gronsveld), wollen sjerp: wolle sjerp (Gronsveld) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] || langwerpige gebreide das III-1-3
dikke, warme mantel wintermantel: weentermantel (Gronsveld) damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)] III-1-3