e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

Gevonden: 4947
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dunne sjaal dunne sjerp: dun sjerp (Gronsveld) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
dunne zijden dameskous fil d`cosse (fr.): Van Dale: fil décosse (Fr.), glanzend tweedraads katoengaren, glansgaren.  fieldekos (Gronsveld) kousen gemaakt van fil dEcosse (= glanzend tweedraads katoengaren) III-1-3
durfal corveer: kevejjer (Gronsveld) durfal III-1-4
durven durven: durve (Gronsveld), dörve (Gronsveld), nergens bang voor hebben: nuurges bang vuur hebbe (Gronsveld) durven || durven (geen context) [DC 37 (1964)] || heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] III-1-4
dutje hazenslaap: haozesjlaop (Gronsveld) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] III-1-2
duur duur: deur (Gronsveld, ... ) duur: Dit grote huis wordt me te -, ik ga kleiner wonen [DC 35 (1963)] || veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)] III-3-1
duwen duwen: dèùüjə (Gronsveld) duwen [RND] III-1-2
dwarsbalk van de hooihark balk: bālǝk (Gronsveld) De balk van de hooihark waarin de tanden zijn bevestigd; zie afbeelding 11, b. De instabiliteit van de heteroniemen wijst erop dat het begrip amper tot de eigenlijke landbouwterminologie is doorgedrongen. [N 18, 92b] I-3
dwarsbalkjes, egscheien balkjes: bɛ̄lǝkskǝs (Gronsveld) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
dwarsdrijven contraire (fr.) zijn: kontrèr zién (Gronsveld) dwars (- liggen) III-1-4