e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huisduif add. spijkerd: Mv. sjpiékers. Oppe Vriétef zitte altiéd n dèil sjpiékers.  sjpiékert (Gronsveld) 3. Minderwaardig soort duif. III-3-2
huishouden huishouden: hoéshawe (Gronsveld) huishouden III-2-1
huishuur huishuur: hoésheur (Gronsveld) huishuur III-2-1
huisjesslak huisjesslak: Gronsveld Wb  hûiskessjlek (Gronsveld) Hoe noemt u de slak die haar huisje op haar rug meedraagt (kerrekol) [N 83 (1981)] III-4-2
huismus, mus mus: musj (Gronsveld), mösj (Gronsveld, ... ) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] || huismus (14,5 overal bij de mensen door ieder gekend; wijfje geheel bruin [N 09 (1961)] || mus III-4-1
huisraad, inboedel meubilair: mubbelèr (Gronsveld) meubilair III-2-1
huisvlieg, vlieg vlieg: vleeg (Gronsveld, ... ) vlieg || vlieg, huisvlieg [DC 18 (1950)] III-4-2
huisvuil rotzooi: rotzooi (Gronsveld) Huisvuil (rommel, rotzooi, vuiligheid, vuilnis, vuil, vullis, ruwenis) [N 79 (1979)] III-2-1
huisweide bleek: blēək (Gronsveld), blèik (Gronsveld) Onderhouden grasveld (bleek, gazon, gruis) [N 79 (1979)] I-7
huiszwaluw huiszwalber: hoeszjwoalber (Gronsveld), witte zwalber: witte sjwaolber (Gronsveld) huiszwaluw [DC 18 (1950)] || huiszwaluw (12,5 helemaal wit van onder; witte stuit; kleinest buiten tegen een woning of kerk [N 09 (1961)] III-4-1