20204 |
kinder(wandel)wagen |
kinderkoets:
keenderkoûts (Q193p Gronsveld),
koets:
koûts (Q193p Gronsveld)
|
kinderwagen
III-2-2
|
22691 |
kinderfluitje |
fluit:
fluet (Q193p Gronsveld)
|
1. Fluit, blaasinstrument.
III-3-2
|
18674 |
kinderkleren |
kinderkleren:
koenderkléjer (Q193p Gronsveld)
|
kinderkleren, kinderkleertjes [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19382 |
kinderstoel |
kinderstoel:
keendersjtool (Q193p Gronsveld)
|
Stoel voor kleine kinderen op hoge poten met een armleuning en een tafelblad ervoor, eventueel met een potje onder de zitting (kakstoel, krokstoel, kloef) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20169 |
kinds |
kinds:
kêns (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
door hoge ouderdom zwak van geest [suffig, kinds, simpel] [N 85 (1981)] || door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
33940 |
kinketting |
kinkettel:
kenkętǝl (Q193p Gronsveld)
|
Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.]
I-10
|
17601 |
kinnebak |
kinnebakkes:
kinnebakkes (Q193p Gronsveld)
|
kinnebak [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
33933 |
kinriem |
stoot:
štuǝt (Q193p Gronsveld)
|
Verlenging van de neusriem die onder de kin van het paard doorloopt. [N 13, 24]
I-10
|
34524 |
kip van broedsheid genezen |
dopen:
dø̜i̯pǝ (Q193p Gronsveld)
|
In vraag N 19, 59 werd gevraagd naar de termen voor een kip van broedsheid genezen door ze in een emmer water te stoppen met haar achterste. Een aantal antwoorden wijst op deze methode. Maar er is ook een aantal respondenten dat deze methode niet kent of vermeldt dat deze manier van handelen niet helpt. De broedse kip afzonderen en vastzetten is een alternatief (L 159a (Middelaar), 268 (Velden), 295 (Baarlo), 318b (Tungelroy), 374 (Thorn), P 107a (Rummen)). De informant van L 320a (Ell) adviseert de broedse kip in afzondering sterk eiwitrijk voedsel te voeren. En volgens de informant van Q 121c (Bleijerheide) is een beter middel dan in het water stoppen de kip vier dagen in een rek aan de wand te hangen. [N 19, 59]
I-12
|
29843 |
kippen |
hoender:
hōndǝr (Q193p Gronsveld)
|
De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.]
I-12
|