e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klaproos kolbloem: kolblom (Gronsveld), klaproos  kolblom (Gronsveld) klaproos III-4-3
klaveren in het kaartspel klaveren: klëvere (Gronsveld), kleen: Ook: "klëvere"[vgl. pag. 222].  klyje (Gronsveld) 2. Bij het kaartspel: klaveren. || Klaveren (bij kaartspel). III-3-2
klaverschoof bussel: bisǝl (Gronsveld) Gemaaide klaver wordt, zoals gras, gedroogd voordat het wordt opgeslagen voor de winter. Zie voor het hooien aflevering I.3. Uitdrukkelijk wordt vermeld dat men de gemaaide klaver niet bindt in L 164, 268 (soms), 270, 289, 289a, 290, 325. Vergelijk ook de behandeling van de graanschoof in aflevering I.4. [N 15, 18g] I-5
kledij, kleren kledage: klejaasj (Gronsveld), klyjasj (Gronsveld), kleren: kleijer (Gronsveld), klyjer (mv.) (Gronsveld), t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]: klejer (Gronsveld) ... de kleren (het kleed) ... - bedoeld wordt de vrouwenkleding [DC 03 (1934)] || kleding || kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleren (in het algemeen) || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)] III-1-3
kleerborstel borstel: buustel (Gronsveld) Kleerborstel. Hoe noemt men het hierboven afgebeelde voorwerp, dat wordt gebruikt om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen enz. te verwijderen? [DC 15 (1947)] III-1-3
kleerhanger hanger: henger (Gronsveld), klederhanger: klyjerhanger (Gronsveld) Een gebogen hout met een haak om kleren op te hangen (kleerhanger, kapstok) [N 79 (1979)] || kleerhanger III-2-1
kleerkast hangkast: hangkas (Gronsveld) kleerkast [DC 39 (1965)] III-2-1
kleerluis klederluis: WLD  kleijerloes (Gronsveld) kleerluis die eieren legt in de naden van vuile onderkleren [N 26 (1964)] III-4-2
kleermakerskrijt krijt: krīt (Gronsveld) Het kleermakerskrijt wordt gebruikt om patronen op de stof over te nemen. Deze krijtlijnen verwijdert men later weer. Het krijt is vier- of driehoekig van vorm (Gerritse, pag. 21) en voelt vettig aan (Papenhuyzen III, pag. 9). Men kan ook met behulp van een zogenaamde rokkenspuit een lijn trekken. Door verstuiven van krijtpoeder kan men hiermee een lijn op de rok trekken om een rechte zoom te krijgen op de juiste hoogte. Zie afb. 6 en 7. [N 59, 5; N 62, 66; monogr.] II-7
klei, leem leem: lęǝm (Gronsveld) Grijs- tot geelachtige, sterk samenhangende, enigszins klevende, vruchtbare grondsoort, ontstaan door afzetting van verweringsprodukten door rivieren. Leem is ook een kleiachtige grondsoort echter met een zandgehalte groter dan 20%. Zie ook het lemma ɛklei, leemɛ in wld II, afl. 8 (pottenbakker e.a.), blz. 31.' [N 27, 41; N 27, 33; N 18, 2 add.; N 18, 5 add.; N 15, add.; R 3, 6; A 10, 4; Wi 52, 53; Vld.; monogr.] I-8