33910 |
kreupel zijn |
lam:
lǭm (Q193p Gronsveld)
|
[JG 1a; N 8, 62k en 94f]
I-9
|
33831 |
kribbebijter |
kribbebijter:
krøbǝbītǝr (Q193p Gronsveld)
|
Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52]
I-9
|
34465 |
krielkip |
krielhoentje:
krilhø̄nǝkǝ (Q193p Gronsveld),
krieltje:
krilkǝ (Q193p Gronsveld)
|
Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.]
I-12
|
22351 |
krijgertje spelen |
nalopertje hellen:
naolueperke helle (Q193p Gronsveld),
nalopertje spelen:
naolueperke (Q193p Gronsveld)
|
Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)] || Krijgertje spelen.2
III-3-2
|
24198 |
krijsen |
keken:
këke (Q193p Gronsveld),
mn v ekster, vlaamse gaai
këke (Q193p Gronsveld)
|
een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] || schreeuwen v vogels
III-4-1
|
17861 |
krioelen |
krioelen:
krioelen (Q193p Gronsveld),
wemelen:
wiémele (Q193p Gronsveld)
|
Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18071 |
kroep |
kroep:
kroep (Q193p Gronsveld)
|
Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17579 |
kroeshaar |
kroezelhaar:
kroezelhaor (Q193p Gronsveld)
|
kroeshaar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20120 |
krols |
loops:
luipsj (Q193p Gronsveld),
rollig:
roͅlex (Q193p Gronsveld)
|
loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)], [N C (1962)]
III-2-1
|
25010 |
krom, met bochten |
krom:
kroomp (Q193p Gronsveld)
|
krom (kromp, slom) [DC 35 (1963)]
III-4-4
|