25175 |
onstuimige lucht |
grillige lucht:
grellige loch (Q193p Gronsveld),
wilde lucht:
⁄n wèl loch (Q193p Gronsveld)
|
onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21901 |
ontberen |
tekortkomen:
tekort koëme (Q193p Gronsveld)
|
niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20581 |
ontbijt |
koffiedrinken, het -:
koffie dreenke (Q193p Gronsveld),
koffiedrinken (Q193p Gronsveld)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: ontbijt [ZND 18G (1935)] || ontbijten
III-2-3
|
20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
peperkook (Q193p Gronsveld),
pèperkook (Q193p Gronsveld),
pëperkook (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
ontbijtkoek || peperkoek [N 29 (1967)]
III-2-3
|
33719 |
ontbost terrein met een schop omwerken |
rooien:
rōjǝ (Q193p Gronsveld)
|
Het ontboste terrein met een schop omwerken om de achtergebleven wortels te verwijderen. [N 27, 10a]
I-8
|
18988 |
ontgelden |
misgelden:
misgéle (Q193p Gronsveld),
misnieten:
misnete (Q193p Gronsveld)
|
ontgelden
III-1-4
|
33711 |
ontginnen |
breken:
brē̜kǝ (Q193p Gronsveld)
|
Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.]
I-8
|
17706 |
ontlasting hebben |
afgaan:
aofgoeën (Q193p Gronsveld),
schijten:
sjiete (Q193p Gronsveld),
zijn behoefte doen:
ze behoof doen (Q193p Gronsveld)
|
ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)]
III-1-1
|
33002 |
ontsmettingsmiddel |
kelksel:
kɛlksǝl (Q193p Gronsveld)
|
Het middel, de vloeistof die gebruikt wordt bij het ontsmetten van zaaigraan. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N M, 24b]
I-4
|
18040 |
ontsteking |
ontsteking:
oontsjtëking (Q193p Gronsveld)
|
Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik). [N 84 (1981)]
III-1-2
|