e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op stelten lopen op stelten lopen: Sub sjtélt: op -e loüpe.  op sjtélte loüpe (Gronsveld), steltlopen: sjtelt loupe (Gronsveld) [Op stelten lopen]. || Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)] III-3-2
opbakken oppijpen: oppīpǝ (Gronsveld), oppuffen: oppø̜fǝn (Gronsveld) In N 29, 79b werd gevraagd naar de wijze waarop men oud brood opbakte. De antwoorden op deze vraag zijn verwerkt in deze semantische toelichting. Een veel voorkomende methode van opbakken is het brood nat maken met b.v een borstel. Vervolgens wordt het in de oven gelegd totdat het doorwarmd is. Dit duurt zo''n 5 à 10 minuten. Men kan het brood ook opstomen. Als de oven tamelijk warm is, gooit men er een pot water in. Het water verdampt en het brood zet men 5 à 10 minuten in de oven. Men kan het brood ook v√≥√≥r of na het gewone bakken, wanneer de oven niet zo heet is, in de oven leggen gedurende tien minuten. Na het eruithalen legt men het brood onder een doek, zodat men de warmte en de wasem erin laat dringen.' [N 29, 97a; N 29, 97b; monogr.] II-1
opbergen opbergen: opberge (Gronsveld) opbergen [DC 38 (1964)] III-1-2
opbollen opbollen: opbollen (Gronsveld), opwerken: opwęǝrǝkǝ (Gronsveld) De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te be√Ønvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.] II-1
opbollen van het beschuitdeeg opbollen: opbollen (Gronsveld), rollen: rǫlǝ (Gronsveld) [N 29, 59a] II-1
opbrengst opbrengst: opbrings (Gronsveld) dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)] III-3-1
opbrengst van een aardappelstruik struik: štrūk (Gronsveld) Bij het woordtype kooksel wordt opgemerkt: "eigenlijk voldoende om éénmaal van te eten". [N 12, 19] I-5
opeenschuiven opeenschuiven: opèin sjûive (Gronsveld) stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)] III-1-2
openbare verkoop uitroep: enen oetroop (Gronsveld), veiling: vejling (Gronsveld), verkoop: ene verkoup (Gronsveld) een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1
openbroek met linten open mestem: Vero.; [Dit kledingstuk werd alleen door oudere vrouwen gedragen]. Zie "sjnelzèiker".  <zw.> oëpe mêstem (Gronsveld), snelzeiker: Dit kledingstuk werd alleen door oudere vrouwen gedragen  sjnelzèiker (Gronsveld) [vrouwenonderbroek bestaande uit twee losse pijpen die boven met een band verbonden waren] || vrouwenonderbroek bestaande uit twee losse pijpen die boven met een band verbonden waren III-1-3