22368 |
op stelten lopen |
op stelten lopen:
Sub sjtélt: op -e loüpe.
op sjtélte loüpe (Q193p Gronsveld),
steltlopen:
sjtelt loupe (Q193p Gronsveld)
|
[Op stelten lopen]. || Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25653 |
opbakken |
oppijpen:
oppīpǝ (Q193p Gronsveld),
oppuffen:
oppø̜fǝn (Q193p Gronsveld)
|
In N 29, 79b werd gevraagd naar de wijze waarop men oud brood opbakte. De antwoorden op deze vraag zijn verwerkt in deze semantische toelichting. Een veel voorkomende methode van opbakken is het brood nat maken met b.v een borstel. Vervolgens wordt het in de oven gelegd totdat het doorwarmd is. Dit duurt zo''n 5 à 10 minuten. Men kan het brood ook opstomen. Als de oven tamelijk warm is, gooit men er een pot water in. Het water verdampt en het brood zet men 5 à 10 minuten in de oven. Men kan het brood ook v√≥√≥r of na het gewone bakken, wanneer de oven niet zo heet is, in de oven leggen gedurende tien minuten. Na het eruithalen legt men het brood onder een doek, zodat men de warmte en de wasem erin laat dringen.' [N 29, 97a; N 29, 97b; monogr.]
II-1
|
17913 |
opbergen |
opbergen:
opberge (Q193p Gronsveld)
|
opbergen [DC 38 (1964)]
III-1-2
|
25581 |
opbollen |
opbollen:
opbollen (Q193p Gronsveld),
opwerken:
opwęǝrǝkǝ (Q193p Gronsveld)
|
De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te beïnvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.]
II-1
|
25632 |
opbollen van het beschuitdeeg |
opbollen:
opbollen (Q193p Gronsveld),
rollen:
rǫlǝ (Q193p Gronsveld)
|
[N 29, 59a]
II-1
|
21880 |
opbrengst |
opbrengst:
opbrings (Q193p Gronsveld)
|
dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33205 |
opbrengst van een aardappelstruik |
struik:
štrūk (Q193p Gronsveld)
|
Bij het woordtype kooksel wordt opgemerkt: "eigenlijk voldoende om éénmaal van te eten". [N 12, 19]
I-5
|
17897 |
opeenschuiven |
opeenschuiven:
opèin sjûive (Q193p Gronsveld)
|
stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21548 |
openbare verkoop |
uitroep:
enen oetroop (Q193p Gronsveld),
veiling:
vejling (Q193p Gronsveld),
verkoop:
ene verkoup (Q193p Gronsveld)
|
een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18199 |
openbroek met linten |
open mestem:
Vero.; [Dit kledingstuk werd alleen door oudere vrouwen gedragen]. Zie "sjnelzèiker".
<zw.> oëpe mêstem (Q193p Gronsveld),
snelzeiker:
Dit kledingstuk werd alleen door oudere vrouwen gedragen
sjnelzèiker (Q193p Gronsveld)
|
[vrouwenonderbroek bestaande uit twee losse pijpen die boven met een band verbonden waren] || vrouwenonderbroek bestaande uit twee losse pijpen die boven met een band verbonden waren
III-1-3
|