19433 |
ramen lappen |
ruiten wassen:
rūtə wāsə (Q193p Gronsveld),
wassen:
wase (Q193p Gronsveld)
|
Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] || ramen zemen [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19977 |
rammelaar |
rammeltje:
remmelke (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || Rammelaar, bep. kinderspeelgoed.
III-3-2
|
18413 |
rand van een hoed |
luif:
lûif (Q193p Gronsveld)
|
rand van hoed
III-1-3
|
24626 |
rank |
rank:
ideosyncr.
raank (Q193p Gronsveld),
reng (mv.):
ideosyncr. mv.
reng (Q193p Gronsveld)
|
Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33827 |
rank paard |
(een) rijze:
ręsǝ (Q193p Gronsveld)
|
Gezegd van een slank, snel paard, dat vaak als rijdier wordt gehouden. [JG 1a; N 8, 20 en 62l]
I-9
|
20515 |
ranzig |
gats:
gats (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
ranzig || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33207 |
rapen |
rapen:
rǭpǝ (Q193p Gronsveld)
|
De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d]
I-5
|
19558 |
rasp |
raspel:
raspel (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld,
Q193p Gronsveld)
|
rasp || rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19839 |
raspen |
raspelen:
raspele (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
24711 |
ratelpopulier |
popelaar:
ideosyncr.
pôpeleer (Q193p Gronsveld)
|
De ratelpopulier; heeft bijna ronde bladeren met een gegolfde rand die aan lange platte stelen zitten; bij een beetje wind bewegen ze schuin langs elkaar, wat een ritselend geluid geeft (drilboom, vuilboom, klater, fledderaar, klaterteer, klatelleer). [N 82 (1981)]
III-4-3
|