| 19803 |
luif |
afdak:
leuf (Q030p Schinveld),
klep (van pet):
[suggestie bij vraagstelling] [klep of luif ]
luif (L332p Maasniel),
luifel? [idem?]:
løͅyf(kə) (L317p Bocholt),
overdekte doorgang achter de dubbele toegangspoort:
lø̄f (Q204a Mechelen, ...
Q200p s-Gravenvoeren,
Q247p Sint-Martens-Voeren,
Q247a Sint-Pieters-Voeren),
overstekend dakgedeelte op de binnenplaats:
lø̄f (Q033p Oirsbeek),
lø̜̄f (Q196a Banholt, ...
Q196p Mheer),
lø̜̄i̯f (L317p Bocholt, ...
L316p Kaulille),
lø̜i̯f (Q019p Beek, ...
Q284p Eupen,
Q021p Geleen,
L326p Grathem,
Q111p Klimmen,
L321p Neeritter,
L420p Rotem,
Q020p Sittard,
Q032b Sweikhuizen),
rand van een hoed:
leuf (Q035p Brunssum, ...
Q121a Chèvremont,
L326p Grathem,
Q113p Heerlen,
Q112a Heerlerheide,
Q028p Jabeek,
Q204a Mechelen,
Q196p Mheer,
Q096c Neerharen,
Q033p Oirsbeek,
Q030p Schinveld,
Q015p Stein),
leͅif (L360p Bree),
līf (L416p Opglabbeek),
loͅjf (L316p Kaulille),
luf (Q178p Val-Meer),
luif (L372a Aldeneik, ...
Q038p Amstenrade,
Q198p Eijsden,
L430p Einighausen,
L320a Ell,
Q018p Geulle,
L322p Haelen,
L330p Herten (bij Roermond),
Q039p Hoensbroek,
L321a Ittervoort,
Q015b Kerensheide,
Q111p Klimmen,
L434p Limbricht,
L377p Maasbracht,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
Q198b Oost-Maarland,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
Q098p Schimmert,
Q020p Sittard,
L378p Stevensweert,
L432p Susteren,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
Q101p Valkenburg,
L289p Weert,
Q104p Wijk),
lyf (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
löf (Q039p Hoensbroek),
løyf (L372p Maaseik),
løͅf (Q209p Teuven),
løͅujf (L423p Stokkem),
løͅyf (Q011p Boorsem, ...
Q007p Eisden,
Q007p Eisden,
Q007p Eisden,
L422p Lanklaar,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q012p Rekem,
L420p Rotem),
løͅyf(kə) (L317p Bocholt),
lûif (Q193p Gronsveld),
Zie ook afb. p. 244: hood mèt luif.
luif (Q095p Maastricht),
schop, afdak voor landbouwgereedschappen:
l˙ø̄f (Q200p s-Gravenvoeren, ...
Q247p Sint-Martens-Voeren,
Q247a Sint-Pieters-Voeren),
stoep:
luif (L421p Dilsen, ...
Q007p Eisden,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q022p Munstergeleen),
luip (Q021p Geleen),
lujf (Q096c Neerharen),
lø͂ͅu̯f (Q010p Opgrimbie),
løͅi̯f (Q096p Bunde, ...
Q088p Lanaken,
Q012p Rekem),
løͅi̯əf (L422p Lanklaar),
- voor een huis
luif (Q010p Opgrimbie),
open plek voor de voorgevel van een huis, tussen gevel en straat. In de kom van een dorp geeft men die naam aan een verlengde euzie van de achterkant van het huis, en aan de daardoor beschutte strook grond.
loejf (Q012p Rekem),
open plek voor het huis, tussen de voorgevel en de straatgoot
loejf (Q012p Rekem),
stenen boord aan de voorkant van een huis
loͅwf (Q010p Opgrimbie),
stenen stoep langs een huis dat met een zijkant aan de straat grenst
luif (Q096p Bunde),
stoep voor het huis (enkel het deel voor de voorgevel)
luif (Q088p Lanaken),
stoep, trottoir:
luif (Q102p Amby, ...
Q007p Eisden,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
Q022p Munstergeleen),
lø͂ͅu̯f (Q010p Opgrimbie),
løͅi̯f (Q096p Bunde, ...
Q088p Lanaken,
Q012p Rekem),
løͅi̯əf (L422p Lanklaar),
tuinhuisje:
Im Rheinfr. bezeichnet löf, leuf \'vorspringendes Dach, Dachgallerie, Söller
løͅu̯f (Q284p Eupen),
waterring van de mijt:
luif (L321p Neeritter),
weg over het erf:
luif (L429p Guttecoven)
I-4, I-6, I-8, III-1-3, III-2-1, III-3-1
|
|