29924 |
aannemer |
aannemer:
ǭnnē.mǝr (Q193p Gronsveld)
|
Persoon die tegen een bepaalde aanneemsom de werkzaamheden die voor de uitvoering van een bouwwerk vereist zijn, op zich neemt. [N 30, 3d; monogr.]
II-9
|
20040 |
aanplant |
aanplant:
aonplaant (Q193p Gronsveld),
wijker:
cf. bliéver
wiéker (Q193p Gronsveld)
|
aanplant || boom in aanplanting die weer verwijderd wordt
III-2-1
|
32776 |
aanspanningspunt, kam van de eg |
kram(p):
krā.mp (Q193p Gronsveld)
|
Het vooreinde, de kam of een ander onderdeel van de eg, waaraan de egketting of de trekhaak daarvan bevestigd wordt. Zie de afb. 57 en 58. [JG 1a + 1b add.; N 11A, 156a + b; monogr.]
I-2
|
18887 |
aanstaan |
gaden:
gaoje (Q193p Gronsveld),
uitgezet:
ūt˲gǝzat (Q193p Gronsveld)
|
behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)] || Gezegd van de hoeken van een bouwwerk, wanneer deze na het uitmeten definitief vastgesteld zijn. In Q 83 werd de term 'aanstaan' in een iets andere betekenis gebruikt. Zodra de muren van een huis in aanbouw een eerste maal gemetseld waren en het grondplan zodoende vastlag, werden de uitzetplanken verwijderd. Men zei dan dat het huis 'aanstond'. [N 31, 10a; monogr.]
II-9, III-1-4
|
34148 |
aanstieren |
laten dekken:
lǭtǝ dɛkǝ (Q193p Gronsveld)
|
Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.]
I-11
|
19223 |
aanvangen, beginnen |
zich aan get begeven:
zich aon get begëve (Q193p Gronsveld)
|
beginnen (ergens aan -)
III-1-4
|
33895 |
aanwassen op de tanden |
haken:
hø̜̄k (Q193p Gronsveld)
|
Knobbelvormige aanwassen op de tanden. Als de wrijfvlakken van de beneden- en bovenkaak elkaar niet geheel dekken, ontstaan door de ongelijkmatige afslijting scherpe haken op de hoektanden. Zij komen vooral voor vanaf zevenjarige leeftijd en ontwikkelen zich het sterkst als het paard negen jaar oud is. [JG 1b, 1c, 2c; N 8, 91]
I-9
|
18813 |
aanwijzen |
wijzen:
wiéze (Q193p Gronsveld)
|
arm en hand uitstrekken naar iets of in de richting van iets om er de aandacht op te vestigen of om het te tonen [duiden, wijzen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20977 |
aanzetten |
aanzetten:
aonzitte (Q193p Gronsveld),
koeken:
koke (Q193p Gronsveld)
|
vasthechten (van voedsel)
III-2-3
|
22783 |
aap |
aap:
äop (Q193p Gronsveld)
|
1. Aap.
III-3-2
|