19583 |
tondel |
zwam:
zjwaam (Q193p Gronsveld)
|
ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19542 |
tondeldoos |
zwamdoos:
zjwaamdoes (Q193p Gronsveld)
|
tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
23097 |
toneel |
scne (fr.):
sèn (Q193p Gronsveld)
|
1. Toneel.
III-3-2
|
23098 |
toneel add. |
komediespeler:
kemediesjpuüler (Q193p Gronsveld)
|
Toneelspeler.
III-3-2
|
22658 |
toneelspel |
komedie:
Vreuger woerd èine kier op t jaor - gesjpëuld.
kemedie (Q193p Gronsveld)
|
1. Toneel.
III-3-2
|
17727 |
tonen |
tonen:
tûine (Q193p Gronsveld)
|
tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
tong:
tong (Q193p Gronsveld)
|
tong [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tong (Q193p Gronsveld)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
34649 |
tonneau |
tonneau:
tonō (Q193p Gronsveld)
|
Laag tweewielig rijtuigje voor vier personen met banken in de lengte van de bak en een achteringang. Het heeft vrij hoge wanden met afgeronde hoeken, waardoor het op een ton lijkt, en het is volledig open. Er is geen aparte bok voor de koetsier. [N 17, 5, add; N 101, 7; N G, 51; monogr.]
I-13
|
32055 |
toognagel |
houvast:
hāt˲vast (Q193p Gronsveld)
|
De ijzeren nagel waarmee de twee delen van een pen-en-gatverbinding bij elkaar worden gedreven. Zie ook afb. 141. [N 54, 64e; monogr.]
II-12
|