30026 |
verzopen kalk |
verzopen:
vǝrzǭpǝ (Q193p Gronsveld)
|
Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.]
II-9
|
30014 |
verzopen mortel |
natte spijs:
natǝ šp ̇ęjs (Q193p Gronsveld)
|
Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
18931 |
verzuimen |
verzuimen:
verzoûme (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)] || verzuimen
III-1-4
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
də vɛ.spər (Q193p Gronsveld)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|
18277 |
vest |
gilet (fr.):
gilet (Q193p Gronsveld),
zjiélê (Q193p Gronsveld)
|
herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest
III-1-3
|
18533 |
vestzakje |
gilettasje (<fr.):
gilet teske (Q193p Gronsveld)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34071 |
vetkoe |
vetbeest:
vɛtbīs (Q193p Gronsveld)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
33665 |
vetweide |
vetwei:
vɛtwɛj (Q193p Gronsveld)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
33756 |
veulen |
veulen:
vȳǝlǝ (Q193p Gronsveld)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
houden:
gəhâ,uwə (Q193p Gronsveld)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|