17693 |
zeveren |
zeveren:
zèèvere (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
18581 |
zich aankleden |
aandoen:
NB: klejje (p. 220), 1. kleden, van kleding voorzien. B.v. Gelökkig, r verdeent, ich hôf m neet mie te klejje [...]
aondóen (Q193p Gronsveld)
|
zich aankleden (aan het lichaam doen, aantrekken)
III-1-3
|
18804 |
zich bedenken |
zich bedenken:
zich bedeenke (Q193p Gronsveld)
|
van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19004 |
zich gedragen |
zich gedragen:
zich gedräoge (Q193p Gronsveld),
zich goed gedragen:
zich good gedräoge (Q193p Gronsveld)
|
zich gedragen || zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17938 |
zich haasten |
zich spoeden:
os sjpooie (Q193p Gronsveld)
|
zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
19319 |
zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon |
de kop in de wind dragen:
de kop ién de weend dräoge (Q193p Gronsveld),
veel schijt hebben:
vëul sjiét hebbe (Q193p Gronsveld),
zich voelen:
zich veule (Q193p Gronsveld)
|
dunk (een hoge - van zichzelf hebben) || verwaand (- zijn) || zich heel wat inbeeldend, een te hoge mening van zich zelf hebben [veel kak hebben, veil hebben, ophangen, veel gasconnades veil hebben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18864 |
zich kwaad maken |
kwaad maken:
koed mäoke (Q193p Gronsveld)
|
zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34232 |
zich moeilijk laten melken |
wreed:
vrī (Q193p Gronsveld)
|
Het slechts met moeite gemolken kunnen worden, gezegd van de koe. Er komen in dit lemma verschillende grammaticale categorieën voor. [N 3A, 71]
I-11
|
17974 |
zich niet lekker voelen |
zich niet goed voelen:
zich neet goot veule (Q193p Gronsveld),
zich niet op zijn stokken voelen:
zich neet op z`n sjtekke veule (Q193p Gronsveld),
zich op zijn ongemak voelen:
op z`n oongemäok veule (Q193p Gronsveld)
|
Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19025 |
zich onthouden van |
laten:
laote (Q193p Gronsveld)
|
iets niet doen [laten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|