33968 |
borsttuig |
borsthaam:
buǝshǭm (Q193p Gronsveld)
|
Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51]
I-10
|
18082 |
borstvliesontsteking |
fleuris:
fleures (Q193p Gronsveld)
|
Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
29975 |
borstwering |
borstwering:
bǫrswēreŋ (Q193p Gronsveld)
|
Het 70 tot 100 cm hoge, gemetselde bovenstuk tussen zoldervloer en dak. Zie ook afb. 49a. [N 31, 34e; N 54, 155]
II-9
|
18528 |
borstzak(je) |
pochettasje (<fr.):
pochettèske (Q193p Gronsveld)
|
pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33713 |
bos |
bos:
bǫs (Q193p Gronsveld)
|
Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.]
I-8
|
33516 |
bos groente |
busseltje:
ideosyncr.
bösselke (Q193p Gronsveld)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
I-7
|
24596 |
bosaardbei |
elber:
fragaria vesca
élber (Q193p Gronsveld)
|
bosaardbei
III-4-3
|
20734 |
bosbessenvlaai |
molberenvlaai:
moalberevlaoj (Q193p Gronsveld)
|
Vla met vulling van bosbessen (mollebeerevlaoj?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33773 |
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt |
struif:
štrǫu̯f (Q193p Gronsveld)
|
Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27]
I-9
|
24597 |
bosrank |
leerlauw:
clematis vitalba L.
lierlaw (Q193p Gronsveld),
riet:
ook: lierlaw
reet (Q193p Gronsveld)
|
bosrank
III-4-3
|