e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rit rijtoer: rietoer (Grubbenvorst) rit [SGV (1914)] III-3-1
ritselen ritselen: ritsele (Grubbenvorst) ritselen [SGV (1914)] III-4-4
rochelen rochelen: rŏŏchele (Grubbenvorst) rochelen [SGV (1914)] III-1-2
rode aalbes miemer: miemer (Grubbenvorst) aalbes [SGV (1914)] I-7
rode biet kroot: krūǝt (Grubbenvorst), rode biet: rui̯ bit (Grubbenvorst) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode bieten rode kroten: roei bietjes (Grubbenvorst) rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)] III-2-3
roep- en lokwoord voor de eend kwak, kwak, kwak: kwak, kwak, kwak (Grubbenvorst) [L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.] I-12
roepen roepen: ik roep ; ik roop  roope (Grubbenvorst) roepen [SGV (1914)] III-3-1
roerdomp kuilder: kuulder (Grubbenvorst) roerdomp [SGV (1914)] III-4-1
roeren roeren: reure (Grubbenvorst) roeren [DC 47 (1972)] III-2-3