id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20676 | room | room: roum (Grubbenvorst), rǫu̯m (Grubbenvorst), rǭm (Grubbenvorst), vet: vɛt (Grubbenvorst) | Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room [SGV (1914)] I-11, III-2-3 |
20084 | roos (rosa) | roos: roäs (Grubbenvorst), ruəzə (Grubbenvorst) | roos [SGV (1914)] || rozen [RND] III-2-1 |
21330 | royaal | royaal (<fr.): rejaal (Grubbenvorst), riejáál (Grubbenvorst) | gul [SGV (1914)] || royaal [DC 02 (1932)] III-3-1 |
20851 | rozijnenbrood | krentenweg: krintewek (Grubbenvorst) | wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)] III-2-3 |
17767 | rug | rug: ruk (Grubbenvorst) | rug [SGV (1914)] III-1-1 |
17737 | ruiken | ruiken: ruuken (Grubbenvorst) | ruiken [DC 53 (1978)] III-1-1 |
33750 | ruin | ruin: ryn (Grubbenvorst) | Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.] I-9 |
22753 | ruiten in het kaartspel | ruiten: ro^ete (Grubbenvorst), roeten oas (Grubbenvorst) | Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - III. Ruiten. [DC 52 (1977)] || Ruiten: Ruiten aas. [SGV (1914)] III-3-2 |
34024 | rund | rind: rent (Grubbenvorst) | Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11 |
24326 | runderhorzel, horzel | horzel: horstel (Grubbenvorst) | horzel [SGV (1914)] III-4-2 |