e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
runderhorzellarve teek: teek of horzel (sic) (Grubbenvorst) larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)] III-4-2
rups rups: roeps (Grubbenvorst), roĕps (Grubbenvorst), rŏĕps (Grubbenvorst) rups [SGV (1914)] || rups rups [DC 46 (1971)] III-4-2
rusten rusten: röste (Grubbenvorst) rusten [SGV (1914)] III-1-2
ruw, hard ruw: rŏŏw (Grubbenvorst) ruw [SGV (1914)] III-3-1
ruw, ruig ruw: rouw (Grubbenvorst), rŏŏw (Grubbenvorst) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4
ruwe stenen zonnebakken stenen: zonǝbakǝ stęjn (Grubbenvorst) In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.] II-8
sacristie gerfkamer: gerfkamer (Grubbenvorst) gerfkamer [SGV (1914)] III-3-3
salie salie: salie (Grubbenvorst) Hoe noemt men bij u de afgebeelde plant? Het is een heesterachtige plant van ca. 60 cm hoog met tamelijk lange, wat kreukelige bladeren met gekartelde randen. Zij staan tegenover elkaar en zijn grijsgroen van kleur. De bloempjes zijn blauw-wit (soms ook r [DC 49 (1974)] III-2-3
saus saus: sòws (Grubbenvorst) saus [RND] III-2-3
scapulier scapulier: skabbelier (Grubbenvorst) Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3