e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
briesen briesen: brisǝ (Grubbenvorst) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broeden, op eieren zitten broeden: brui̯ǝ (Grubbenvorst) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broeder broeder: broor (Grubbenvorst) broeder [SGV (1914)] III-3-3
broederschap broederschap: broederschap (Grubbenvorst) broederschap [SGV (1914)] III-3-3
broeds broeds: bruts (Grubbenvorst) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
broeibak broeibak: broeibak (Grubbenvorst) [SGV (1914)] I-7
broek: algemeen boks: bŏŏks (Grubbenvorst) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3
broekland, moeras moeras: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken.  moeras (Grubbenvorst) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broer broer: broor (Grubbenvorst, ... ) broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broer [DC 03 (1934)] III-2-2
broers en zusters (coll. niet gebruiken kinder: kienger (Grubbenvorst) zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05] III-2-2