e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laaggelegen weidegrond broek: brōk (Grubbenvorst) Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
laagte in het landschap laagte: liǝxtǝ (Grubbenvorst) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
lade tafellade: tafəllāi̯ (Grubbenvorst) tafella [DC 53a (1978)] III-2-1
lage, natte zandgrond drijfzand: drīfzant (Grubbenvorst) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lam lam: lām (Grubbenvorst), lammetje: lɛmkǝ (Grubbenvorst), liemes: limǝs (Grubbenvorst), schaapje: sxø̄pkǝ (Grubbenvorst) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lampenpit lemmet: lēmət (Grubbenvorst) lampepit [SGV (1914)] III-2-1
landstreek streek: in deze streek (Grubbenvorst) streek (in deze ~) [SGV (1914)] III-4-4
lantaarn lantaarn: lantêrn (Grubbenvorst) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
laster laster: laster (Grubbenvorst) laster [SGV (1914)] III-1-4
lastig (werken) lastig: lastig (Grubbenvorst) lastig [SGV (1914)] III-1-4