e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijspegel ijspegel: iespégel (Gruitrode), ijspik: iespéik (Gruitrode) ijskegel [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijver ijver: hèi hèet véel iever (Gruitrode) Hij heeft veel ijver. [ZND 36 (1941)] III-1-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: iezel (Gruitrode), De beim woare bei-jzeldsj.  (h)i-jzel (Gruitrode), rijm: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  ri-jm (Gruitrode) ijzel [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzelen ijzelen: het iezelt (Gruitrode, ... ) ijzelen [ZND 01 (1922)], [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Gruitrode) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren haak aan de puthaak veer: vēͅr (Gruitrode, ... ) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
in de rug slaan (met de vuist) doffen: doefen (Gruitrode) slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)] III-1-2
in de tuin werken hoven: haove (Gruitrode) Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)] III-2-1
in een beek baden baden: in de beek bāje (Gruitrode) In een beek baden. [ZND 33 (1940)] III-3-2
in goede conditie (zijn) vorm: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  form (Gruitrode) Hoe zegt men van een duif: ze is in goede conditie? [N 93 (1983)] III-3-2