19019 |
kieskeurig persoon |
keurige:
aan het èten is ¯r einen hiêl kèrige
eine kèrige (L366p Gruitrode)
|
kieskeurige
III-1-4
|
17919 |
kietelen |
krevelen:
krevelen (L366p Gruitrode),
kriebelen:
kriebelen (L366p Gruitrode)
|
Kietelen, kriebelen: de huid op gevoelige plaatsen licht aanraken, bijv. uit plagerij; kriebelen (kietelen, kriebelen, kielen, kriekelen,krevelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24416 |
kieuwen |
kieuwen:
ook in ZND 27, 084
kieuwen (L366p Gruitrode)
|
kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
24184 |
kievit |
kievit:
vanellus
kiewit (L366p Gruitrode)
|
kievit
III-4-1
|
24337 |
kikker |
kwakker:
ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004
kwakker (L366p Gruitrode),
kwakkerd:
kwakkerd (L366p Gruitrode),
ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004
kwakərt (L366p Gruitrode)
|
kikvors [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
24309 |
kikkervisje |
koelekop:
koolekop (L366p Gruitrode),
koelekopje:
kuleköpke (L366p Gruitrode)
|
kikkervisje [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|
20308 |
kind (algemene benaming) |
jong:
jonk (L366p Gruitrode),
kind:
keindsj (L366p Gruitrode),
kent (L366p Gruitrode),
kind (L366p Gruitrode)
|
kind || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)]
III-2-2
|
19382 |
kinderstoel |
kakstoel:
kàkstool (L366p Gruitrode)
|
Stoel voor kleine kinderen op hoge poten met een armleuning en een tafelblad ervoor, eventueel met een potje onder de zitting (kakstoel, krokstoel, kloef) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
33940 |
kinketting |
kinketting:
kenkęteŋ (L366p Gruitrode)
|
Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.]
I-10
|
29843 |
kippen |
hennen:
henǝ (L366p Gruitrode)
|
De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.]
I-12
|