e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lang leven lang leven: znd 30, 15;  lank lèven (Gruitrode) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lange broek lange boks: een lang boks (Gruitrode) lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
lange neus lange neus: lang naas (Gruitrode) een lange neus [ZND 39 (1942)] III-1-1
langeafstandsvlucht fond: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  fond (Gruitrode) lange afstandsvlucht (300 km of meer)? [N 93 (1983)] III-3-2
langen langen: Geven, b.v. lang mij det book.  langen (Gruitrode) Is bij u een werkwoord langen bekend? Schrijf de juiste betekenis tussen haakjes achter de dialectuitspraak (geven, nemen, overreiken enz.). [ZND 37 (1941)] III-1-2
langpootmug hooiwagen: huujwage (Gruitrode) langpootmug III-4-2
langwerpig wittebrood lange mik: Syst. Frings vrl.  laŋ mek (Gruitrode) Langwerpig wittebrood (peel?) [N 16 (1962)] III-2-3
langwerpige streep van voorhoofd tot neus streep: strī.p (Gruitrode) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9
langzaam, traag langzaam: det geit langzaam (Gruitrode) Langzaam. Dat gaat langzaam [ZND 37 (1941)] III-4-4
lantaarn lantaarn: lantèern (Gruitrode), Ein grute lantèèr möt ein hiêl klein leechtsje: iemand die veel praats heeft maar weinig te vertellen weet Zuu ein(e) moot men möt ein lanrèèr goan zeke: zulke bijzondere persoon vindt men niet elke dag  lantèèr (Gruitrode), lantaring: soms gebruikt  lantèring (Gruitrode) lantaarn [ZND 37 (1941)] III-2-1