e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
langen de kaarten ronddelen:   lange (Klimmen), (Veroud. Kaartsp.: Wie moet er langen?  laŋən (Lommel), geven: B.v. da mog dje kinder ni lange; lang mich `n sigaret. Vgl. AN handlanger: helper, iem. die iets aanreikt.  lange (Kortessem), langen:   lange (Zepperen), langen (Val-Meer, ... ), 1.- Geven, b.v. de kaarten langen bij het kaartspel  laŋə (Beverlo), Aangeven.  langen (Maaseik), Als we iets aan iemand geven.  langen (Linkhout), B.v. een ekster of een andere vogel langen (roven, uithalen).  langen (Tessenderlo), B.v. Waat heb ich dich gelangd? Ich lang hem ein pen.  langen (Neeroeteren), Betekent soms geven, soms overreiken. Beide worden door elkaar gebruikt.  laŋə (Gutshoven), De eieren van een vogel uithalen, dan zegt men: een vogel langen.  loangen (Oostham), Doorgeven, overgeven.  langjen (Jeuk), Geven  langt (Oostham), Geven aan dier of mens.  langen (Sint-Huibrechts-Lille), Geven en overreiken.  langen (Eigenbilzen, ... ), laŋə (Heers), Geven en overreiken. NIet veel gebruikt.  laŋən (Hamont), Geven, aanreiken (niet met betekenis nemen).  laŋə (Stokkem), Geven, aanreiken.  langə (Opgrimbie), Geven, b.v. dat moos te mich ens langen.  langen (Mechelen-aan-de-Maas), Geven, b.v. iemand zal in de winkel vragen langt mich ene kilo sökker;  laŋə (Herk-de-Stad), Geven, b.v. iets overgeven aan tafel; ook: geschenkje geven.  langen (Hechtel), Geven, b.v. lang det ins üver.  langen (Maaseik), Geven, b.v. lang mich det mes ins.  langen (Rotem), Geven, b.v. lang mich mien piep `ns. Slijt geweldig weg.  langen (Mheer), Geven, b.v. lang mich oer pen.  langen (Kuringen), Geven, b.v. lang mich ta.  lāŋə (Zonhoven), Geven, b.v. lang mig da.  langen (Horpmaal), Geven, b.v. lang mij det book.  langen (Gruitrode), Geven, b.v. lang mijn pijp `ns (hei).  langen (Genk), Geven, b.v. langk mig 5 fr..  langen (Hasselt), Geven, b.v. langt misch ta ëns;  langen (Diepenbeek), Geven, enz. heeft ook de bet. v. overreiken, niet van nemen.  langen (Zutendaal), Geven, lenen.  langen (Sint-Lambrechts-Herk), Geven, niet tegen betaling, noch tegen ruil.  langen (Tongeren), Geven, ook overreiken.  langen (Neerpelt), Geven, overreiken en zeer zelden nemen.  laŋə (Neerglabbeek), Geven, overreiken, b.v. langt mij `t mes ins.  langen (Hechtel), Geven, overreiken.  la.engen (Sint-Lambrechts-Herk), lange (Alken, ... ), langen (Peer), langə (Eisden), laŋə (Borgloon), laŋən (Diepenbeek), Geven, overreiken. B.v. lang mich de mes ens, a.u.b.; ich hem `t hem gelangd.  langen (Peer), Geven, overreiken. B.v. lang mich het mes ins.  langen (Bree), Geven, overreiken. Schijnt uit vreemde gemeentes meegekomen te zijn; is niet algemeen.  lange (Beverlo), Geven, overreiken. Wordt slechts nog gehoord bij oude lieden.  laŋə (Lanaken), Geven, toereiken (nooit betekenis van nemen).  laŋə (Houthalen), Geven.  lang dat eens (Melveren), lang mich dit... (Meeuwen), lange (Ellikom, ... ), langen (Achel, ... ), langə (Opitter), lankt (Tongeren), laŋə (Paal, ... ), laŋən (Leut), loŋən (Overpelt), Geven. Dit woord wordt zelden meer gebruikt.  langen (Neeroeteren), Geven. Sinds de nieuwe kazerne te Kaulille staat gebruikt men wel eens langen in de betekenis van geven.  langen (Kaulille), Geven. Soms wel eens gebruikt in de betekenis van nemen, doch zelden.  langen (Genk), Geven. Vooral bij kaartspel.  lange (Maastricht), Geven. Weinig gebruikt.  langen (Maaseik), Geven. Wordt weinig gebruikt.  langen (Jeuk), Groter maken.  lange (Wellen), Heeft de betekenis van iets te verkrijgen uit goedhartigheid van de gever.  langen (Beverst), Iemand iets geven. Gebruikt door de oude mensen.  langen (Achel), Iets geven, b.v. iech lang em (h)et mes al.  lange (Hasselt), Iets geven, b.v. ik hem hum da gelangd.  langen (Zolder), Iets geven. Vooral bij de oude menschen gebruikt.  langen (Hamont), Iets overreiken.  lange (Lanklaar), In leen geven, b.v. ik lang u vijf frank.  langen (Kaulille), Lenen.  langə (Sint-Truiden), Nemen.  langen (Lommel), Overreiken  langen (Paal), Overreiken en ook wel geven.  langen (Hamont), Overreiken, degene die korter bij het voorwerp staat moet het langen.  langen (Helchteren), Overreiken.  lange (Eigenbilzen, ... ), langen (Hechtel, ... ), Overreiken. [De informant antwoordt met ja op de vraag].  langen (Hechtel), Overreiken. Vroeger, nu enkel "gevë"(geven).  laŋə (Sint-Truiden), Sommige mensen (niet te definiëren) zeggen "lange"voor geven en overreiken.  lange (Lanaken), Tijd, weg.  langen (Vucht), Vogels langen (uithalen van nestende vogels).  langen (Tessenderlo) III-1-2, III-3-2